Overdracht en tegenoverdracht bij vroegkinderlijke traumatisering ‘revisited’

Een terug- en vooruitblik

1 Accreditatiepunten

Aangeboden door: Nel Draijer en Nelleke Nicolai

Introductie

In een langdurige psychotherapie van een vroeg getraumatiseerde patiënt kent de overdracht en tegenoverdracht vele voetangels en klemmen. Patiënten kunnen behandelaars onder grote emotionele druk zetten. Behandelaars van hun kant kunnen vanuit hun eigen achtergrond geneigd zijn tot overschrijding van professionele grenzen. In deze e-learning wordt zowel de objectrelatietheorie als de gehechtheidstheorie gebruikt om te analyseren wat er mis kan gaan in de therapeutische relatie met vroeg getraumatiseerde patiënten.

Leerdoelen

Na afloop van het lezen van dit artikel is de lezer beter in staat overdracht en tegenoverdracht te herkennen bij zichzelf en collega’s. De lezer is in staat op te merken wanneer een psychotherapie vast komt te zitten door een vastgelopen tegenoverdrachtspatroon, een zogenoemde collusie. De lezer is in staat empathische breuken op te merken en te repareren door te letten op het verloop van de non-verbale communicatie. Men weet te herkennen wanneer de patiënt ongewenste aspecten van zichzelf bij de therapeut legt en daar adequaat mee om te gaan zonder daarop te handelen (projectieve identificatie).